Op 28 juli 1858 stelde de bisschop van Lourdes (Tarbes) een onderzoekscommissie samen over de toen nog veronderstelde verschijningen van de Maagd Maria bij de Grot van Massabielle: haar werk duurde vier jaar en liep uit op de Herderlijke Brief van 18 januari 1862 met de erkenning van de verschijningen.
De officiële erkenning van de verschijningen van Lourdes door de Kerk steunt op het beslissend getuigenis van Bernadette Soubirous en het minutieus onderzoekswerk dat in gebed werd gedragen.
Bij het binnengaan van de basiliek van de Onbevlekte Ontvangenis in het Heiligdom kunt u aan de rechterzijde achteraan de in marmer gegraveerde plechtige verklaring van de bisschop van de verschijningen, Mgr. .Laurence: “Wij oordelen dat de Onbevlekte Maria, Moeder van God, waarlijk aan Bernadette Soubirous is verschenen, op 11 februari en de dagen nadien, samen achttien keer, in de grot van Massabielle, vlak bij de stad Lourdes; dat deze verschijning helemaal waar lijkt te zijn en dat de gelovigen het met zekerheid mogen geloven. Wij onderwerpen nederig ons oordeel aan het oordeel van de Heilige Vader, die belast is met de leiding van de Universele Kerk.” Deze verklaring door de bisschop van Tarbes is van kapitaal belang: vier jaar na de verschijningen, op 18 januari 1862 erkent hij in naam van de Kerk de echtheid ervan.
Mgr. Laurence heeft de dingen niet op hun beloop gelaten: de 18 verschijningen vinden plaats tussen 11 februari en 16 juli 1858, en vanaf 28 juli stelt hij de onderzoekscommissie samen”om de feiten vast te stellen en te verzamelen die plaats vonden en nog kunnen plaats vinden in de Grot van Lourdes; om deze aan ons te melden, ons er de aard van te doen kennen en ons zo de noodzakelijke elementen te geven om te komen tot een antwoord”…