De Verschijningen van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes aan Bernadette vieren
In 2023 zal het Heiligdom een speciaal programma aanreiken voor de dagen van de Verschijningen
Programma voor de viering van de Verschijningen
Een internationaal pastoraal aanbod voor elke verschijningsdag
Op de vooravond van een verschijningsdag
20h30 Internationaal rozenkransgebed met kaarsjes
Op de verschijningsdag zelf
08h00 Mis in de Basiliek van de Onbevlekte Ontvangenis
10h00 Mis aan de Grot
11h00 Mis in de Rozenkransbasiliek
12h00 Angelusgebed aan de Grot en evocatie van de verschijning
14h00 Gelegenheid om het gebaar van het water te verrichten
15h30 Rozenkransgebed aan de Grot en evocatie van de verschijning
16h15 Evocatie van de verschijning gevolgd door een onderrichting door een chapelain
16h30 Mis in de Rozenkransbasiliek
17h15 Aanbidding en zegening van de bedevaarders in de Rozenkransbasiliek met uitstelling van het heilig Sacrament
20h30 Internationaal rozenkransgebed met kaarsjes
Speciaal programma voor de 17de verschijning (Goede Vrijdag) en voor de 18de verschijning, op 16 juli.
18 verschijningen van Maria
Tussen donderdag 11 februari en 16 juli 1858, feest van Onze-Lieve-Vrouw van de Berg Karmel, werd Bernadette begunstigd met 18 verschijningen van Maria.
De ochtend van donderdag 11 februari 1858. Bernadette, haar zusje Marie, die Toinette wordt genoemd, en Jeanne Abadie, een vriendin, begeven zich op om hout te gaan sprokkelen tussen de Gave en het beekje van de molen. Wanneer ze haar kousen uittrekt om zich bij de anderen te kunnen voegen, hoort ze een geruis “dat leek op een windvlaag”. (…) Zij ziet « een dame in het wit gekleed : zij droeg een wit gewaad, met ook een witte hoofddoek, een blauwe gordel en een gele roos op beide voeten ».
PROGRAMMA VAN11 FEBRUARI
Zondag 14 februari. Op aanbeveling van haar omgeving die vreesde dat het om iets ‘demonisch’ ging, sprenkelt Bernadette wijwater naar de verschijning. De Dame glimlacht en buigt haar hoofd. Wanneer het rozenkransgebed beëindigd is, verdwijnt zij weer.
Donderdag 18 februari. Bernadette moet aan de verschijning vragen om haar naam neer te schrijven ; zij reikt haar een pen en papier aan, maar krijgt alleen maar dit antwoord, in het ‘dialect van Lourdes: ‘Dat is niet nodig’. Daarna richt zij tot Bernadette deze beleefde uitnodiging : « Wilt u mij het genoegen doen om hier gedurende veertien dagen naar toe te komen?” Vervolgens zegt de Dame: “Ik beloof u niet u gelukkig te maken in deze wereld, maar in de andere”.
PROGRAMMA VAN FEEST VAN DE HEILIGE BERNADETTE.
19 februari. Bernadette komt naar de Grot met een gewijde brandende kaars. Vanuit dit gebaar is de gewoonte ontstaan om kaarsen naar de Grot te dragen.
20 februari. De Dame heeft Bernadette een persoonilijk gebed geleerd. Op het einde van het visioen wordt Bernadette bevangen door een grote droefheid.
21 februari. De Dame verschijnt aan Bernadette heel vroeg in de morgen. Een honderdtal mensen vergezellen haar. Vervolgens wordt ze ondervraagd door de politiecommissaris Jacomet. Hij wil haar doen zeggen wat zij gezien heeft. Bernadette spreekt over niets anders dan over“« Aqueró » (hetgeen in het dialect wil zeggen: “zij daar”).
Maandag 22 februari. Haar ouders verbieden Bernadette om naar de Grot terug te keren. Een onweerstaanbare aandrang drijft haar evenwel voort, maar zij ziet niets, als voegde de Maagd zelf zich naar hetgeen haar ouders haar hadden opgelegd.
MET ASWOENSDAG BINNENTREDEN IN DE VEERTIGDAGENTIJD
23 februari. Omringd door honderdvijftig mensen begeeft Bernadette zich naar de Grot. De Verschijning openbaart haar een geheim, bestemd « voor haar alleen ».
24 februari. De Verschijning spreekt opnieuw tot haar: « Boetvaardigheid ! Boetvaardigheid ! Boetvaardigheid ! Bid God voor de zondaars ! Ga de grond kussen als teken van boete voor de zondaars ! »
25 februari. Bernadette vertelt : « Zij zegt me te gaan drinken aan de bron (…). Ik vond alleen wat modderachtig water. Bij mijn vierde poging slaagde ik erin te drinken. Zij deed me ook eten van een kruid dat zich vlak bij de bron bevond. Daarna verdween het visioen en ben ik weggegaan. »
De boodschappen worden herhaald: « Boetvaardigheid ! Boetvaardigheid ! Boetvaardigheid ! Bid God voor de zondaars ! Ga de grond kussen als teken van boete voor de zondaars ! »
NEGENDE VERSCHIJNING
26 februari. Dag zonder verschijning. Bernadette bid de rozenkrans met een bedrukt hart…
27 februari. Bernadette verricht opnieuw de gebaren van boetvaardigheid (de grond kussen, eten van de bittere kruiden, drinken van het water).
28 februari. Meer dan duizend mensen zijn aanwezig bij de extase. Bernadette verricht opnieuw de gebaren van boetvaardigheid (de grond kussen, eten van de bittere kruiden, drinken van het watere). Daarna wordt zij bij de rechter Ribes gebracht die dreigt haar in de gevangenis op te sluiten.
1 maart. Bernadette verricht opnieuw de gebaren van boetvaardigheid.
2 maart. Een kapel en een processie.
Op het einde van de veertiendaagse brengt Bernadette moedig deze boodschap aan pastoor Peyramale: « Ga aan de priesters zeggen dat men hier in processie naar toe komt en dat men hier een kapel bouwt ».
De pastoor van Lourdes wil maar één ding weten: de naam van de Dame. Hij eist bovendien een bewijs: in volle wintertijd de rozenstruik (eglantier) aan de Grot tot bloei te zien komen.
EEN KAPEL EN EEN PROCESSIE
3 maart. Omstreeks 7 h ‘s morgens begeeft Bernadette zich, in tegenwoordigheid van drieduizend mensen, naar de Grot, maar het visioen verschijnt niet ! Na schooltijd hoort zij de inwendige uitnodiging van de Dame. Zij begeeft zich naar de Grot en vraagt haar opnieuw naar haar naam. De Dame beantwoordt haar met een glimlach. Pastoor Peyramale zegt haar opnieuw: « Als de Dame werkelijk een kapel verlangt, dat ze dan haar naam zegt en de rozenstruik aan de Grot tot bloei brengt. »
4 maart. De steeds talrijker wordende menigte verwachtte voor deze laatste dag van de veertiendaagse een groot wonder of grootse openbaring want de boodschap van 18 februari had geluid: “Wilt u mij het genoegen doen om hier gedurende veertien dagen naar toe te komen” en de veertiendaagse eindigde op deze 4de maart. 8000 mensen waren toegestroomd op de beide oevers van de Gave.
Op die ‘grote dag’ was er evenwel een wonder of geen openbaring. Het visioen bleef zwijgen. De Verschijning had nog steeds niet haar naam gezegd. Bernadette weet zelfs niet of ze nog naar de Grot zou terugkeren…
25 maart 1858 : “Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”.
Op 25 maart, dag van de Aankondiging van de Heer, voelt Bernadette zich aangetrokken om naar de Grot te gaan, heel vroeg in de morgen, zonder voorafgaande aankondiging. Zij heeft nog steeds dezelfde betrachting: wat is de naam van Aqueró, zoals de pastoor dat geëist had. Bernadette vraagt het met de plechtige vraag die ze al heel lang had voorbereid: ‘Mejuffrouw, wilt u mij het genoegen doen om me te zeggen wie u bent, alstublieft?”.
Bernadette vertelt: « Zij hief haar ogen op naar de hemel en vouwde als teken van gebed haar handen die uitgestrekt waren, samen, en ze zegde me: « Que soy era immaculada councepciou » Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”.
7 april 1858. Tijdens deze verschijning draagt Bernadette haar brandende kaars. De vlam beroert gedurende lange tijd haar hand maar zonder dat ze zich verbrandt. Dit feit wordt onmiddellijk vastgesteld door de geneesheer, dokter Dozous.
16 jull (laatste verschijning). Feest van Onze-Lieve-Vrouw van de Berg Karmel. Bernadette voelt de geheimvolle roep vanuit de Grot, maar de toegang tot Massabielle is verboden en afgesloten door een omheining. Zij begeeft zich dan ook naar de overkant van de Gave… en ziet de heilige Maagd, voor de laatste keer: « Het leek net alsof ik vlak voor de Grot stond, op dezelfde afstand als de vorige keren. Ik zag alleen maar de Maagd. Ze was mooier dan ooit ! »