Van de achttien verschijningen van de Maagd Maria aan Bernadette gebeurden niet minder dan veertien gedurende de Veertigdagentijd.
Het is zinvol om de kalender van de verschijningen te plaatsen in de liturgische kalender. Aangezien de Paasdatum van jaar tot jaar varieert, is er een klein verschil tussen de liturgische kalender van 1858 en die van dit jaar. In 1858 werd Pasen gevierd op 4 april.
Op 17 februari heeft Bernadtte ongetwijfeld een assenkruisje ontvangen. De dag daarop begint de veertiendaagse van de verschijningen. Deze voegt zich dus helemaal in in het begin van de Veertigdagentijd. Deze periode past bijzonder goed bij de oproep tot boetvaardigheid, op 245 februari, en de gebaren van boetvaardigheid waartoe Bernadette in de dagen daarop wordt uitgenodigd.
Aswoensdag, eerste dag van de Veertigdagentijd, wordt getekend door de asoplegging : de priester tekent het voorhoofd van elke gelovige met wat assen, als teken van de broosheid van de mens, maar ook als teken van de hoop op de barmhartigheid van God.
Asoplegging in alle Eucharistieviering in het Heiligdom.